Meer dan een eeuw actief voor Hoorns erfgoed
Hoorns Biografisch Woordenboek (HBW)

Sebastiaan Centen (1690-1756)

Personalia

Sebastiaan Centen (1690-1756)

Gedoopt: 8 juni 1690 in Nijmegen.
Overleden: in Hoorn, begraven op 26 maart 1756.

Zoon van: Jurrien Centen en Aeltje Slingervoet.

Opleiding: Seminarium van de Remonstrantse Broederschap, 1720.


Getrouwd:
1. Op 18 augustus 1715 in Nijmegen met Geertruij van Jevere, ged. te Nijmegen 21-3-1686. Uit dit huw. 5 kinderen.
2. Op 16 december 1725 in Rotterdam met Johanna Vettekeuken, overl. 11-11-1727 in Hoorn. Uit dit huw. 1 kind.
3. Op 5 november 1729 in Hoorn met Aletta Oosterlingh, geb. in Gouda in 1684 of 1685, wonende in Amsterdam, begr. in Hoorn 20-1-1730.
4. Op 28 augustus 1735 in Hoorn met Weijntje van Franken, ged. in Hoorn 2-9-1698, overl. in Hoorn op 28 maart 1771. Uit dit huw. 2 kinderen.


Beroep: - Schoolmeester en ziekentrooster in Nijmegen.,br> - Remonstrants predikant in Zevenhoven (ZH), 1722-1726.
- Remonstrants predikant in Hoorn, 1726-1756.


Adres in Hoorn: Roode Steen 7, na 1735-1756.

Roode Steen 7
Roode Steen 7, woonhuis van Sebastiaan Centen, na 1735 - 1756.

Levensloop

Sebastiaan Centen werd geboren in Nijmegen als zoon van een aan de (Oude) Haven aldaar wonende schipper. Bij zijn doop op 8 juni 1690 kreeg hij de voornaam Bastiaan. Pas als hij vijfendertig jaar is, gebruikt hij, althans in geschreven taal, de voornaam Sebastiaan. Mogelijk is hij de kleinzoon van Bastiaan Centen, een kapitein van vermoedelijk Schotse afkomst, die in 1665 bij een zeeslag in de Tweede Engelse Oorlog sneuvelde. Sebastiaans ouders beleden de gereformeerde godsdienst, die in die tijd min of meer als de staatsgodsdienst te beschouwen is.
Bastiaan werd onderwijzer en ‘ziekentrooster’. In de eerste hoedanigheid gaf hij ook godsdienstonderricht. In 1719 sloot hij zich uit volle overtuiging aan bij de remonstrantse gemeente, een liberale geloofsrichting waarvan de diensten in schuilkerken gedoogd werden. Kort daarop vertrok hij naar Amsterdam om aan het Remonstrants Seminarium een opleiding tot predikant te volgen. Na de voltooiing van zijn studie werd hij dominee in Zevenhoven, een dorp in de buurt van Nieuwkoop (Z.H.). In 1726 aanvaardde hij de aanstelling tot predikant van de remonstrantse gemeente in Hoorn. Deze geloofsgemeenschap hield haar diensten in een schuilkerk, gelegen achter de huizen aan de oostzijde van de Ramen. Tot aan zijn dood in 1756, dertig jaar lang dus, zou hij dit beroep hier uitoefenen.

Privéleven

Het levenspad van Sebastiaan ging niet over rozen, de dood was vaak niet ver. Drie keer heeft hij een echtgenote ten grave moeten dragen. In 1715 huwde hij in Nijmegen met Geertruij van Jeveren. Uit dit huwelijk werden vijf kinderen geboren, van wie er minstens een al gestorven was toen het vierde geboren werd, aangezien dat kind dezelfde voornaam kreeg als het tweede. In 1724 moet Geertruij overleden zijn, vermoedelijk kort na de geboorte van haar vijfde kind. Een jaar later hertrouwde Sebastiaan met Johanna Vettekeuken uit Rotterdam, de weduwe van een remonstrantse dominee uit Vlaardingen. Met haar, haar zoon en minstens één kind uit zijn eerste huwelijk vestigde hij zich in Hoorn. In hetzelfde jaar werd hier hun zoon Pieter geboren. Nog geen zes weken hierna overleed een haast vierjarig dochtertje. Een jaar later stierf zijn vrouw Johanna.
Sebastiaan liet notarieel vastleggen wie de voogden over Pieter moesten worden, mocht hij, de vader, komen te overlijden. Vier maanden later benoemde hij in zijn testament als zijn enige erfgenamen zijn zus en de kinderen van zijn overleden broer. Hieruit kan geconcludeerd worden dat Pieter inmiddels overleden was en er geen kinderen uit zijn eerste huwelijk meer in leven waren. Twee jaar later, in november 1729, hertrouwde Sebastiaan met de in Amsterdam wonende Aletta Oosterling. Zij is dan 44 jaar oud en niet eerder gehuwd geweest. Eind januari 1730, dus binnen drie maanden, overlijdt zij. Vijfeneenhalf jaar later hertrouwde Sebastiaan - hij is dan 44 jaar - met Weijntje van Franken, weduwe met een zoon van de Hoornse Cornelis Houttuijn. Zij was lidmaat van de remonstrantse kerk waaraan Sebastiaan als dominee verbonden was. Het echtpaar vestigde zich in het huis van haar moeder aan de Roode Steen (nu nr. 7). Gelukkigere tijden braken er voor hem aan: twee kinderen werden geboren, die volwassen zouden worden, en zijn vrouw bleef in leven.

Kronieken

Kaft Kroniek
Kaft Kroniek

Sebastiaan Centen had een grote belangstelling voor geschiedenis, ook voor de lokale. Hij bestudeerde de door Theodorus Velius geschreven Chronyk van Hoorn, waarvan in 1648 postuum de derde druk verschenen was, en maakte voor zichzelf aantekeningen. In 1740 verzorgde hij op verzoek van de Hoornse boekhandelaar Jacob Duijn de vierde druk hiervan. In het voorwoord geeft Centen uitvoerig aan wat hij veranderd heeft. Veelal betreffen het aanpassingen die het opzoeken vergemakkelijken. Belangrijkste toevoegingen vormen zijn aanvullingen op de regentenlijsten en zijn aantekeningen onder aan de bladzijdes. Soms zijn die zo uitvoerig dat op een pagina meer tekst van hem dan van Velius staat. Ook bijzonderheden in het stadsbeeld, zoals de aanleg van een straat of brug, veranderingen aan een gebouw, vermeldt hij. Hij geeft in het voorwoord als reden aan dat sommige bewoners zulke kleine bijzonderheden interessant zullen vinden en hij ze voor de lokale geschiedenis van belang acht.

Op de kerkelijke geschiedenis, en met name de gebeurtenissen in 1618 en 1619, gaat hij met opzet in zijn aantekeningen niet in. Dat zijn de jaren waarin het conflict tussen remonstranten en contraremonstranten landelijk tot uitbarsting kwam. Prins Maurits koos om politieke redenen de zijde van de contraremonstranten. Hij bezocht de steden, waaronder Hoorn, om de wet te verzetten, dat wil zeggen om de remonstranten in het stadsbestuur te ontslaan en door contraremonstranten te vervangen. Voortaan was de contraremonstrantse geloofsrichting het algemeen geldende geloof dat in de kerken verkondigd werd. Godsdienstige bijeenkomsten van remonstranten werden verboden en het stadsbestuur zette in 1619 de remonstrants gezinde dominee Sapmade stad uit. Als remonstrant had Centen ongetwijfeld een duidelijke mening over deze gang van zaken, maar hij vond het beter deze voor zich te houden. Het boek moest een uitgave voor alle gezindten zijn en hij wilde niemand beledigen, zo verklaart hij in het voorwoord.

Het boek vond blijkbaar gretig aftrek, want Jacob Duijn wilde ook de tweede druk van de Historie der vermaerde Zee- en Koopstadt Enkhuisen van Gerard Brandt uit 1666 uitgeven. Na veel aandringen wist hij Sebastiaan Centen over te halen een vervolg op deze kroniek te schrijven. Heel toevallig was Brandt overigens een van zijn voorgangers als dominee van de remonstrantse kerk in Hoorn geweest. Centens vervolg beslaat de periode 1609-1678. Dat hield in dat ook de kerkelijke en politieke verwikkelingen rond 1618 aan bod moesten komen. Dat was voor Enkhuizen in zoverre gemakkelijker, dat de stad haast geheel contraremonstrants was en prins Maurits geen vroedschapsleden heeft afgezet. De remonstrantse Centen beschrijft die periode kort en zakelijk voor zoverre dat voor de lokale geschiedenis van belang is. Zijn kroniek laat hij bij het jaar 1678 eindigen, omdat hij niet over alle benodigde bronnen over de jaren erna beschikte. Een voordeel hiervan was dat Brandts kroniek en het vervolg nu in één band uitgegeven konden worden, aldus Centen. Het boek verscheen in 1747.

Centen bestudeerde als in geschiedenis geïnteresseerde dominee nog een ander werk van Gerard Brandt, de Historie der Reformatie. Hierin behandelt Brandt de geschiedenis van het protestantisme in de Nederlanden tot 1623. De eerste twee delen ervan waren in 1671 en 1674 verschenen, de delen 3 en 4 postuum pas in 1704. Centen besloot hierop een vervolg te schrijven, maar het was nog niet voltooid toen hij in 1756 overleed. De handgeschreven tekst is bewaard gebleven.
Sebastiaan Centen is vijfenzestig jaar oud geworden. Hij werd begraven in de Grote Kerk.

Bibliotheek

Sebastiaan Centen bezat een uitgebreide bibliotheek. Dit kunnen we concluderen uit het voorwoord bij de kroniek van Velius. Als een van de redenen van zijn uitvoerige aantekeningen met bronvermelding noemt hij het feit dat hij anderen zo helpt die niet al die boeken bezitten die hij heeft. Geen wonder dat in het wederzijds testament dat hij kort na de huwelijkssluiting met Weijntje van Franken liet opmaken, uitdrukkelijk zijn bibliotheek en de boeken die zij na die dag zullen aanschaffen, genoemd worden. Na zijn overlijden komen de boeken onder de hamer.

Advertentie
Advertentie

Een inblik in zijn collectie geeft een krantenadvertentie met aankondiging van de openbare verkoping. Er is o.a. sprake van ‘een fraaye collectie van ‘zeer raare stukken’ over de Nederlandse geschiedenis. Een gedrukte catalogus was nodig om alle boeken te noemen.

Betekenis

Voor wie zich in de geschiedenis van Hoorn verdiept zijn de ‘aantekeningen van Centen’ een begrip. Vooral zijn opmerkingen over lokale bijzonderheden zijn nu een waardevolle bron van kennis over de situatie van Hoorn in de 18e eeuw.
In Enkhuizen is vanwege zijn verdienste voor de historie van de stad een weg naar hem genoemd. Deze kruist, hoe kan het anders, de Gerard Brandtweg aldaar.
Bronnen:
- Centen, S., 1749, Vervolg der Historie der vermaarde Zee- en Koop-stadt Enkhuisen.
- Schevichaven, van, 1911, Centen (Sebastiaan) in Nieuw Nederlandsch Biografisch Woordenboek, deel 6, p. 591, 592.
- Velius, Th., Chronyk van Hoorn, 1740, 4e druk, met aantekeningen door Sebastiaan Centen.
- Zilverberg, S.B.J., Biografisch Lexicon voor de geschiedenis van het Nederlands Protestantisme, deel 1, p. 58, deel 2, p. 93, 94.
- Oprechte Haerlemsche Courant, 18-11-1756,advertentie p.2, (geraadpleegd op Delpher 12-2-2022)


Archieven - Erfgoed Leiden e.o., 132.1.10 (DTB), reg. 2.
- NHA, Kopieëncollectie A, toeg.nr. 151.1, (verpondingsregister 1733), inv.nr. 589-590.
- NHA, Kopieëncollectie A, toeg.nr. 151.1, (personele quotisatie 1744), inv.nr. 703.
- Rijksarchief Nijmegen, 510 (DTB), reg. 1167, 1175, 1176.
- Stadsarchief Amsterdam, 5001 (DTB), reg. 717.
- Stadsarchief Amsterdam, 5075 (notarieel), reg. 8499.
- Stadsarchief Rotterdam, 1-01 (DTB), reg. 1063.
- WFA 1702-17 (DTB), inv. nr. 26, 28, 57, 68, 83, 84,102,107.
- WFA 1685 (notarissen in West-Friesland), inv. nr. 2400, 2401, 2410, 2461, 2468.

Illustraties:
- Advertentie: Delpher.
- Foto woonhuis: C. Schrickx.
- Titelpagina Kroniek: Google Books.

Tekst samengesteld door Trudi Schrickx-Guinée, afgesloten 22 maart 2022.