In deze tekst vinden de auteurs, leden van de synode, dit geen schotschrift (=laster), want ʽsy eerlijcke lieden zijndeʼ. Maar in de tekst klagen zij ʽover de groote stoutsheydt der Arminianenʼ. En ook hebben zij deze remonstrantie anoniem gepubliceerd, want in het Arminiaanse laster-schrift zijn ook ʽhare naemen niet bekent ghemaecktʼ.
PS: er ontbreken twee paginanummers (56 en 57), maar dat komt doordat de drukker in 1626 zich vergist heeft