Meer dan een eeuw actief voor Hoorns erfgoed

Koepoort te Hoorn

Eerder verschenen in 'De Speelwagen', 5e jaargang, 1950, No. 5, pagina 152-153.
Uitgave: Historische Genootschappen in Hollands Noorderkwartier.
Auteur: J. C. Kerkmeijer.

De onderstaande afbeeldingen zijn gemaakt naar foto's van de thans niet meer aanwezige Koepoort te Hoorn, die stond op het Koepoortsplein.
Deze poort behoorde bij de versterking van de stad van 1508, die is aangelegd uit vrees voor een aanval van de Geldersen; de stad is toen ook heel wat vergroot. Oorspronkelijk zag dit bouwwerk er eenvoudiger uit dan de afbeeldingen aangeven; het kwam meer overeen met de nog bestaande Maria-toren uit dezelfde tijd. Van de toen aangelegde gracht bestaat nog heel wat en hij liep als volgt: Vande Oude-Oosterpoort (tussen Grote- en Kleine-Oost), Vollersweel, Singel, Koepoort, Spoorsingel, evenwijdig met de Noorderstraat naar de Noorderpoort, en verder de Westersingel naar de Westerpoort aan het eind van het Breed.

Er waren verscheidene van die ronde verdedigingstorens, die onderling verbonden waren door muren; bij de Maria-toren is de plaats voor aanhechting van muren en toren nog zeer duidelijk te zien. Dit samenstel, de wal genoemd, stond niet zo maar in het water, er was nog een strookje grond langs waar doornen in geplant waren en in het midden van de gracht was een regel palen geslagen. Het werd de vijand dus niet gemakkelijk gemaakt.

Van de Geldersen heeft Hoorn geen last gehad; eenmaal zijn er wat aan de Westerdijk bij de Geldersesteeg de stad ingekomen, maar die hebben spoedig het hazepad gekozen.

De voormalige Koepoort te Hoorn, land- en stadzijde
De voormalige Koepoort te Hoorn, land- en stadzijde
Reproductie B. Hermes naar oude foto's

De poort had een dubbele functie, hij diende als ingang tot de stad en was tevens voor verdediging. Hij was dus ingewikkelder dan de gewone torens.
In 1605 werd een verandering aangebracht. De ingang was niet ruim genoeg en te donker; deze is ruimer gemaakt, natuurlijk voor het verkeer. Van deze tijd dagtekende de mooie zandstenen poortomlijsting aan de buitenkant, die uit een bouwkunstig oogpunt bekeken er zo maar tegen aan geplakt was. Op zichzelf was deze omlijsting zeer mooi en we kunnen dat beoordelen aan de prachtige onderdelen, die in het West-Fries Museum bewaard worden. Er zijn nog sporen van kleuren en verguld op. Toen de lelijke gele verflagen er af gehaald werden, zijn die voor de dag gekomen.

In het jaar 1670 wordt vermeld, dat de poort aan de binnenkant met een nieuwe gevel van hardsteen werd voorzien. Naar de afbeelding te oordelen moet hier de poortomlijsting aan de binnenzijde bedoeld zijn. Deze heeft een geheel ander karakter dan de vorige aan de buitenzijde en staat ook weer vreemd in het geheel.

Een voor de monumenten belangrijke gemeenteraad had plaats op 27 Juni 1871. Er werd behandeld het al of niet slopen der poort en het inrichten van de vesting tot plantsoen. De sloping van de Koepoort werd noodzakelijk geacht vanwege de verandering van de brug. De brug werd toen van steen gemaakt. Het voorstel werd met tien tegen één stem aangenomen en hierdoor was het doodvonnis beslist.

En zo is dan volgens de Hoornse courant van 16 Juli 1871 het fraaie, eeuwenoude gebouw, de Koepoort genaamd, deze week, ten raadhuize alhier, publiek verkocht, aan M. Reens c.s. te Hoorn voor de som van ƒ 1000.-.
Reens was iemand, die in antiek handelde en veel oudheden uit Hoorn en omgeving heeft verkocht.
Dit is één voorbeeld uit velen.

J. C. Kerkmeijer