Eerder verschenen in 'De Speelwagen', 1e jaargang, 1946, No. 2, pagina 43-45.
Uitgave: Historische Genootschappen in Hollands Noorderkwartier.
Auteur: C. J. Stins.
De Vereniging "Oud Hoorn" is opgericht in het jaar 1917 op initiatief van den heer J. C. Kerkmeyer,
haar tegenwoordigen voorzitter. Hoorn is een stad, die vele monumenten bezit, waarvan er in die tijd
nog steeds verdwenen. In een artikel in de Hoornse Courant van 12 December 1916, wees de heer Kerkmeyer
op het vele moois dat verdwenen was en wat nog bestond. In het slot van dit artikel deed hij een beroep
op de medewerking van de Hoornse burgerij, om te komen tot het constitueren van een lichaam, dat zich
ten doel zou stellen de oude overblijfselen van stad en omgeving in stand te houden. Sympathiebewijzen
werden gevraagd van hen, die voor dit streven voelden, Het resultaat was wel niet overweldigend, er
waren er ongeveer vijftig, maar er kon een begin gemaakt worden. In een vergadering, die op Woensdag
6 Juni 1917 per circulaire was uitgeschreven door de Commissie van Toezicht op het Westfries Museum
en het Tekengenootschap Debutade, werd de Vereniging opgericht. In de eerste algemene vergadering op
Vrijdag 13 Juli 1917 werden de statuten en het huishoudelijk reglement vastgesteld, terwijl in de
vergadering van 12 December d.a.v. voor het eerst een definitief bestuur werd gekozen. De statuten
werden goedgekeurd bij K.B. van 15 Nov. 1917.
Toen kon de Vereniging haar werk beginnen. Reeds zeer spoedig opende zij besprekingen, om tot
restauraties van verschillende gebouwen, emblemen en opschriften te komen en ging acties voeren waar
men het historisch aspect van de stad wilde aanranden.
Het doel der Vereniging is immers o.m. het bewaren c.q. restaureren van het historische en natuurschoon
der stad, het verbreiden van kennis van haar historie, het geven van adviezen en eventueel geldelijke
steun.
Veel werk is door haar in de afgelopen jaren gedaan en wordt nog verricht. Grote steun ontving zij bij
haar werk van Rijk, Gemeente en Provincie, als ook van particulieren.
Het gevolg van een en ander is, dat thans vele gebouwen, die in vervallen staat verkeerden en een
dertig jaar geleden zeker onder de slopershamer gekomen zouden zijn, dank zij de bemoeiingen der
Vereniging niet alleen behouden bleven, maar thans weer in hun oude luister onze stad sieren. Dat
daarbij het pad niet altijd over rozen ging, valt te begrijpen. Veelal vond men het onzin om zich zo
druk te maken over "die ouwe rommel" en meende men dat de Vereniging er op uit was de bouwen verbouwers
een spaak in het wiel te steken. Gelukkig valt hierin tegenwoordig een kentering te bespeuren en komt
er geleidelijk meer waardering voor het werk der Vereniging.
Alle verrichtingen in de afgelopen jaren te beschrijven laat het bestek van dit artikel niet toe. Het
zij mij vergund slechts hier en daar een greep te doen uit het vele werk dat gedaan is.
Reeds in 1919 kocht de Vereniging de twee percelen Bierkade 10 en Onder de Boompjes 8, de laatste met
pothuis en luifel. Deze werden gerestaureerd en zijn thans weer als woonhuis verhuurd.
In 1928 kwam op verzoek, daartoe door de Vereniging gedaan, een verordening, die een breekverbod inhield.
Deze verordening luidde: "Het is, behoudens vergunning van Burgemeester en Wethouders, verboden een
gebouw, dat op de in art. 1 bedoelde lijst (monumentenlijst) is geplaatst, geheel of gedeeltelijk te
slopen of uiterlijk te veranderen. Burgemeester en Wethouders zijn bevoegd aan die vergunning voorwaarden
te verbinden."
Met het zonder meer slopen van monumenten was het nu gedaan. Deze verordening deed heel wat stof opwaaien,
omdat men zich in zijn eigendomsrechten beknot meende te zien. Dat de Vereniging daardoor door sommigen
ook niet al te vriendelijk beoordeeld werd, valt licht te begrijpen. Vaak hoorde men het praatje: "Ja,
dat mag niet van 'Oud Hoorn'." Uitdrukkelijk zij er hier nog eens op gewezen dat onze Vereniging op
dat gebied geen enkele bevoegdheid bezit. Intussen was Hoorn met deze verordening vele steden voor.
Pas in 1940 zou er op dit gebied een landelijke komen bij besluit van den toenmaligen O.L.Z. generaal
Winkelman.
De bestuursvergaderingen der Vereniging worden gehouden in de Mariatoren, die in 1508 gebouwd is en
deel uitmaakte van de toen aangelegde omwalling. Van de vele torens die in deze omwalling voorkwamen,
is deze de enige die nog over is. In 1930 werd de toren door de zorg van de Vereniging gerestaureerd.
Op het ogenblik zijn de volgende restauraties onderhanden: perceel Groote Oost 49, waarvan onderzijmuur
en top gerestaureerd zijn, Gothisch wenteltrapje in de Noorderkerk, daterende van 1497 en thans bijna
gereed, pakhuizen Nieuwendam 19 en 20, waarvan de Vereniging hoopt de herbouw spoedig te kunnen beginnen,
de boerderij "De Barmhartige Sameritaan" van den heer J. Koeman in Blokker, die ook haar voltooiing nadert.
Vermeldenswaard in dit verband is wel, dat voor de beide laatste restauraties reeds in 1918 besprekingen
gevoerd zijn, terwijl men er pas in 1942 in slaagde met de restauratie te beginnen. Wel een bewijs dat
hiervoor wel eens wat vasthoudendheid nodig is. Verder zijn er thans weer enige restauraties in voorbereiding
waarvoor tekeningen gemaakt en opmetingen verricht worden.
Dit artikel kan en wil geen aanspraak maken op volledigheid. Moge het echter slechts een inzicht hebben
gegeven in het vele werk dat de Vereniging in het belang van de Historische schoonheid van Hoorn heeft
gedaan en in de komende jaren nog hoopt te doen.
C. J. STINS