Meer dan een eeuw actief voor Hoorns erfgoed

Onprofessioneel gedrag tijdens de walvisvaart, en lafheid in de strijd met een Franse kaper aan boord van het schip "De Vergulde Tortelduijven"

Berichten uit het Oud Archief van Hoorn - Nr. 16
Oud Notarieel Archief Hoorn - Anno 1704

De onderstaande notariële akte is een zgn. attestatie of notariële getuigenverklaring. Een dergelijke akte werd vrijwillig opgemaakt, en was bedoeld om in een eventuele rechtszaak tot bewijs van feiten en omstandigheden te kunnen dienen. De attestatie werd opgesteld op verzoek van een belanghebbende, de zgn. requirant. De verklaring werd afgelegd door ooggetuigen van de betreffende feiten en omstandigheden. Zij worden in de akte aangeduid als de deposanten.
Naast de notaris en de deposanten waren op de zitting voorts twee zogenaamde instrumentele getuigen aanwezig, die erop moesten toezien dat de akte correct werd verleden (gepasseerd). Zij werden daartoe aangezocht door de notaris. Meer informatie wordt gegeven in het stuk "Attestatie-Uitleg" op deze site.

(De onderstreepte woorden worden aan het slot verklaard.
Klik op de afbeelding voor een vergroting.
De transcriptie van de tekst wordt voortgezet onder de afbeelding.)

Klik op de afbeelding voor een vergroting.

p. 1
Op heden 2 April anno 1704 compareerden voor mij Jan
Munt, notaris etc. en voor de nagenoemde getuijgen
Jan Pietersz Out out 46 jaren en Pieter Backer out 39 jaren,
laest gevaeren hebbend voor matroos, en Pieter Korf
out 21 jaren voor kuijper, alle burgers alhier, naer
Groenland mettet schip De Vergulde Tortelduijven
commandeur Claes Ven, ende hebben ten versoecke
van Hr. Cornelis De Jongh outschepen als boeck-
houder van 't selve schip getuijgt, hij eerste deposant,
dat hij in 't midden van de maent
Junij van 't voorleden jaer in 't westijs
in Groenland, hij aen backboordt voor 't
schip is geweest in een chaloup met
volck op de brandwacht ofte uijtsicht
ende hij en Pieter Korf dat Tijmon Jansz bootsman van Ooster-
blocker, die de commando hadde voor
harponier op een andere chaloup met
volck, aen stierboordt van 't voornoemde schip is
geweest daer inne hij Pieter Korf mede was, omtrent even verre mede voor
't voornoemde schip, oock op de brandwacht
als wanneer sij Jan Pietersz en Pieter Korf met
haer sloeps volck een walvisch hebben gesien omtrent de
chaloup daer de voorsz. Tijmon Jansz
voor harponier op was gestelt, waerop
uijt die chaloup door Tijmon Jansz
selven wierd geroepen een doode vis
mijn: alswanneer 't altijt gebruijckelijk
is, dat de soodanige alsdan aenstonts
met de chaloup daer nae toe roeijen
doch is door Tijmon Jansz en sijn volck
gesuckelt, ende in 't roeijen nae de vis
toe traech voortgegaen, jae soodanich
dat hij niet eens een harpoen inde
hant heeft gehadt om nae de
voornoemde walvis te schieten, niettegen-
staende deselve Tijmon Jansz de schoonste
gelegenheijt van de werelt hadde

p. 2
om nae alle oogenschijn de voorsz. walvis
wel te hebben konnen raecken en daer in schieten
't welck de voorsz. Tijmon Jansz voor
soo veel hij 2 getuijgen klaer genoech hebben
gesien en door de andere van haer
volck mede is gesien, 't eenenmael
leelijck heeft versuijmt ende ver-
waerloost: ende hij Pieter Backer verklaert dit
vorenstaende van 't scheepsvolck wel te hebben gehoort.
Voorts verklaerden zij 3 deposanten op den
4 september voorleden met 't voorn. schip
beneden 't Vlie seijlende om binnen
te komen een franse kaper haeren
van agteren op sijd is gekomen
schietende veele en verscheijdene gargies met
musquetskogels en kanon in haer deposantens schip
alswanneer Pieter Backer ende
hij Jan Pietersz tot veele malen toe hebben
geroepen, mannen kom boven, ende
voorts op 't wegseijlen van de kaper
nae dat hij wel omtrent
een uer langh nae haer beste onthouden
soo met musquetkogels als met
grof kanon rondom in haer
schip had geschoten, niet alleen op
de sijden maer oock voor en agter
eijndelijk sijn gequest geworden de voorn.
Tijmon Jansz, en Abrahum Albertsz
harponier van Oosthuijsen, beijde van
een kanonskogel, soo als sij beijde waren
in 't vooronder benedenste ruijm van 't voorn. schip, omtrent
het luijck tusschen de vaten: verklarend

p. 3
zij deposanten dat gedurende alle de tijt
dat de voorsz. franse kaper ontrent
haer schip is geweest de voorn. Tijmon
Jansz en Abraham Albertsz alle beijde
heel onder in 't schip haer hebben
versteecken ende aldaer sijn gebleven
en dat sonder buijten en tegens order
en tot groot nadeel van schip en
goedt totdat sij aldaer eijndelijk
alsvoren egter sijn geraeckt ende
gequest, sonder ende buijten eenige
scheepsdienst voor die tijt te doen
maer wel groote ondienst, want
ingeval 't andere volck altemael
van gelijcken haer soodanich 't soeck
hadden gemaeckt, en geen dienst
gedaen, soo soude de kaper
haer deposants schip en goet hebben
genomen. Gevende voor redenen
van wetenschap verklaerden alles
klaerlijck gehoort gesien en bijge-
woont te hebben. Eijndigende hare
verklaringen, presenteerden deselve des noots
nader gestant te doen en te bekragtigen.
Aldus gepasseert in Hoorn voorsz. ter
presentie van Jan Ariaensz van Amers-
foort ende Jan Cornelisz Crabbendam
beijde wonende alhier als getuijgen hiertoe
versogt.

Ondergetekenden
Jan Pieterse
Pieter Sijmonsz acher
pieter korf
+ Dit is 't merck van Jan Adriaensz
+ 't merck van Jan Crabbendam

Mij present
Jan Munt
Notaris Publicq

Woordverklaringen
compareren - verschijnen
deposant - degene die een getuigenverklaring aflegt
chaloup - sloep

Bron
Westfries Archief, Hoorn
Toegangsnummer 1685
Oud Notarieel Archief
Hoorn
Notaris Jan Munt
inv. nr. 2286

Transcriptie gemaakt door Frans Kwaad,
28 mei 2011