Meer dan een eeuw actief voor Hoorns erfgoed

Jan Pieterszoon Coen;
dagen en daden in dienst van de V.O.C. (1/3)

Eerder verschenen in West-Frieslands Oud & Nieuw, 54e bundel, pagina 148-153.
Uitgave: Historisch Genootschap "Oud West-Friesland", 1987.
Auteur: Ruud Spruit.

Vaandel van de Hoornse schietvereniging ‘Jan Pietersz. Coen’Vaandel van de Hoornse schietvereniging ‘Jan Pietersz. Coen’.

Dit jaar (1987) is het 400 jaar geleden dat Jan Pieterszoon Coen in Hoorn werd geboren. Er is veel over Coen geschreven. Zowel in lovende bewoordingen als in vernietigende kritieken. Niettemin rechtvaardigt de sterke belangstelling voor de koloniale geschiedenis en met name de V.O.C., zowel in Nederland als vooral ook in de voormalige koloniën, het om de 400ste geboortedag aan te grijpen om een eigentijds beeld te scheppen van een man en een periode, die zo bepalend zijn geweest voor het vroeg koloniale beleid van Nederland. Het zou trouwens te gemakkelijk zijn - zoals sommige wensen - uit een soort misplaatste gêne deze omstreden periode dood te zwijgen. Hierdoor nemen gedane zaken geen keer. Maar wat ernstiger is - belet men ook dat de huidige generatie lering trekt uit hetgeen in het verleden is voorgevallen. Het Westfries Museum rekent het tot zijn taak in 1987 zo breed en objectief mogelijk antwoord te geven op de talloze vragen over Coen, zijn tijd en zijn daden.

De jonge Coen

Over de jeugd van Coen weten we niets. Zelfs zijn geboortedag is niet exact bekend. Wel blijkt uit de doopboeken dat hij op 8 januari in de Hoornse Grote Kerk is gedoopt. Verder is bekend dat zijn vader, Pieter ]anszoon, afkomstig was uit Hoorn. Volgens de legende stond de ouderlijke woning in de Gravenstraat.
De jonge Coen groeide op in een stad die bruiste van leven. Na de victorie van Alkmaar en de slag op de Zuiderzee was de Spaanse invloed in het Noorderkwartier vrijwel verdwenen. Het gevolg was dat er veel kapitaal naar steden als Enkhuizen en Hoorn vloeide en dat uit dit gebied intensief handel werd gedreven met de landen om de Oostzee en de Levant. Vanaf 1591 voeren de eerste schepen uit Hoorn bijvoorbeeld via de Straat van Gibraltar naar Italië. Met name de doorvoer bracht geld in het laadje. Het gebeurde dat Westfriese kooplui langs de Oostzee gekocht graan in Italië van de hand deden met 500% winst.
De reizen naar het zuiden waren overigens niet zonder gevaar. Van tijd tot tijd ergerden de Spanjaarden zich zo aan de succesvolle Hollandse kooplieden dat al hun schepen in de Spaanse en Portugese havens in beslag werden genomen. Maar daarmee sneden de Spanjaarden zich in eigen vlees en oogluikend werd de handel weer toegelaten. Lastiger waren de Noordafrikaanse kapers die schepen overvielen, de lading in bezit namen en de bemanning als slaven verkochten. Menigmaal werden in Westfriese kerken collectes gehouden om stads- of dorpsgenoten vrij te kopen.

Model van het door Pieter Jansz. Liorne ontwikkelde fluitschip.Model van het door Pieter Jansz. Liorne ontwikkelde fluitschip.

Het fluitschip

Op Westfriese schepen werd dienst gedaan door zeelui uit de omgeving, zowel uit de steden en dorpen langs de kust als van het platteland. Velen hadden zich de zeemanskunst eigen gemaakt tijdens gevaarvolle visvangsten op Zuider- en Noordzee. De enorme groei van de vloot had een dreigend personeelstekort tot gevolg. Het resultaat was dat de schippers een bemanning in dienst moesten nemen die voor een deel bestond uit zwervers, gedroste soldaten of boerenzoons uit het arme Westfalen. Sommigen van die 'zeelui' hadden nog nooit de zee gezien.
Het tekort aan goede zeelui, de behoefte aan veel laadruimte, het gevaar van zeerovers en de tol die werd geheven bij de vaart door de Sont, deed de behoefte ontstaan aan een nieuw type schip. Scheepsbouwer Pieter Janszoon Liorne ging aan de slag en ontwierp het fluitschip. Dit schip had een groot ruim, maar een smal dek. Het tolgeld werd namelijk berekend naar de breedte van het dek. De zeilen waren grotendeels met blokken en katrollen vanaf het dek op eenvoudige wijze te bedienen. Het samengetrokken dek bemoeilijkte bovendien het enteren. Liorne werd bespot en uitgelachen, maar zijn ontwerp werd een klinkend succes en tot ver over de grenzen nagebouwd.