Meer dan een eeuw actief voor Hoorns erfgoed

Schrijven

griffel, lei en spons

Schrijven werd geleerd op een lei met een griffel, allebei gemaakt van leisteen. Als de lei vol was kon alles gewist worden met een natte spons. In de loop van de 19e eeuw werden lei en griffel vervangen door schrift en potlood (uitgevonden omstreeks 1790). Maar zelfs in de 20e eeuw werd nog wel op een lei geschreven. Nadat een kind de eerste beginselen van het schrijven onder de knie had moest het leren zo mooi mogelijk te schrijven. Schoonschrijven werd gedaan met pen en inkt op papier. Soms, zeker in de 18e eeuw, groeide dit schoonschrijven uit tot een ware kunstvorm, de 'penneconst'. Behalve letters werden er ingewikkelde tekeningen gemaakt, waarbij het er om ging dat de pen niet van het papier gehaald mocht worden. De oudste pennen (sinds ca. 600) werden met een pennenmes gesneden uit een ganzenveer. In de 19e eeuw kwamen de stalen kroontjespennen met penhouders, al eerder uitgevonden, maar pas in de 19e eeuw op grote schaal industrieel geproduceerd. Op sommige scholen werd nog tot ca. 1900 met een ganzenveer geschreven.

kroontjespennen

Nog tot in de jaren zestig van de 20e eeuw werd op de Lagere Scholen geschreven met penhouder met kroontjespen, die moest worden gedoopt in een inktpotje in de lessenaar van de schoolbank.