Meer dan een eeuw actief voor Hoorns erfgoed

Hoornse Gevelstenen en andere Huistekens

Gevelstenen in de binnenstad

Veermanskade 2

De linker hoeksteen in het bovenfries van dit pand draagt een beeltenis van de zon; de rechter toont de maan. Beide gevelstenen vertonen renaissancekenmerken. Zij zijn waarschijnlijk afkomstig van een ander pand.
De functie van de stenen op deze plek is onbekend, misschien zijn zij louter bedoeld als versierende elementen. Wellicht ook was het de bedoeling kenbaar te maken dat de maan als godheid in verband gebracht werd met de vruchtbaarheid van alles wat leeft en met het ritme van dood en leven, zoals weerspiegeld in het ritme van de wassende en weer afnemende maan.
In de rooms-katholieke iconografie wordt de maagd Maria vaak afgebeeld op een maansikkel. Dit slaat mogelijk op een zinsnede uit het bijbelboek Openbaringen 12:1 van Johannes: ‘een vrouw, bekleed met de zon; en de maan was onder haar voeten, en op haar hoofd een kroon van twaalf sterren’. Deze vrouw is een symbool voor overwinning op vijandige machten.

 

 

In de Griekse mythologie staat de maan bekend als de godin Selene, bij de Romeinen heette zij Luna. Deze laatste naam werd door de alchemisten wel gebruikt voor zilver. De zon werd beschouwd als de belangrijkste godheid van het leven. Zij is de bron van warmte en licht, voorwaarden voor leven. In de christelijke beeldenwereld geldt de steeds weer rijzende zon in het oosten als het zinnebeeld van de onsterfelijkheid en de opstanding van Christus. Zij is bij de oude Grieken te vinden als de (mannelijke) god Helios (Sol Invictus bij de Romeinen). Helios zou ook een rechterlijke functie hebben, hij is de hoogst verhevene, ziet en hoort alles en kan daardoor het best een oordeel vellen. In de alchemistenwereld gold de zon als het blinkende goud, de zon der aarde, de koning van de metalen.

 

De in het begin van de vorige eeuw in het bovenfries geplaatste middelste steen lijkt twee jagers in een bootje voor te stellen, van wie de ene de boot voort roeit of peddelt, en de andere een vuurwapen op zijn schouder richt op een wezen in het water; wellicht een walvis of een mythologisch watermonster. Sommigen spreken van een walvisjacht, maar kon een schutter met een eenvoudig vuurwapen vanuit een roeibootje, zeker in die tijd, iets uitrichten tegen een walvis?
Het lijkt aannemelijker dat het hier gewoon gaat om de jacht op waterwild ergens in het waterrijke West-Friesland. Hoorn had overigens wel een relatie met de Noordse Compagnie die zich in de zeventiende eeuw toelegde op de walvisvangst in de noordelijke zeeën. Op de linker hoeksteen van het benedenfries is het wapen van West-Friesland afgebeeld, en op de rechter hoeksteen het wapen van Hoorn.