Meer dan een eeuw actief voor Hoorns erfgoed

Hoornse Gevelstenen en andere Huistekens

Gevelstenen in de binnenstad

Grote Oost 60, Oosterkerk

Op het wapen in het opzetstuk op de ingangspartij van de noordelijke gevel van deze kerk treft men de rebusachtige tekst “Wylt [afbeelding van het wapen van Hoorn] T Woort” aan, kennelijk met het doel mensen aan te zetten het bijbelwoord ter harte te nemen of naar de kerk te gaan. Deze tekst schijnt het meer dan een eeuw lang goed gedaan te hebben in Hoorn, en wel van 1595 tot 1714. Hij is namelijk op nog diverse andere plaatsen aan of op gebouwen te vinden, werd gebruikt als vignettekst voor twee boekuitgaven en gold als het devies van een genootschap. Al deze uitingen, ieder gespeld zoals toen gebruikelijk was, zijn te dateren binnen de genoemde periode. De oudste tekst “Wilt [afbeelding van het wapen van Hoorn] Woort” met ‘1595’ is te vinden op de gevelsteen van het huis Nieuwe Noord 16-18, zie aldaar. “Gaet [afbeelding van het wapen van Hoorn] 't Woort” met het jaartal 1612 is op een van de zijden van het koorhek van de Noorderkerk te zien. Het chronologisch hierop volgende voorbeeld is de tekst van de Oosterkerk. Deze tekst moet zijn aangebracht tijdens de bouw, in de jaren 1616-1619, van de huidige renaissancevoorgevel die de oorspronkelijke gotische gevel verving die door toedoen van een zware storm in 1616 was ingestort. Op de inpandige zijde van het tochtportaal uit 1619 van de ingang van het westelijke dwarsschip van deze kerk staat exact dezelfde rebus.


Wapen van Hoorn

Jan Jansz. Deutel, uitgever en boekverkoper in “In Biestkens Testament” op het Grote Oost gebruikte de uitdrukking ‘Wilt Hooren het Woort’ op de titelpagina van zijn uitgave 'T Stichtelijk Vermaeck der Deucht-lievende Jonckheydt uit 1641. In 1646 vond hij kennelijk dat hij er nogmaals gebruik van kon maken: als vignet in de uitgave van het Journael ofte Gedenckwaerdige beschrijvinge van de Oost-Indische Reyse van Willem Ysbrantsz. Bontekoe van Hoorn. De tekst werd ook door de Hoornse rederijkerskamer “De Roode Angelieren” als haar devies gevoerd. In 1641 nam zij onder dit devies deel aan een bijeenkomst van rederijkers in Vlissingen met onder meer een bijdrage van de zo-even genoemde Jan Deutel.

Tot slot vinden wij nog “Wilt [afbeelding van een hoorn] het Woort” met het jaartal 1714 op de tweede zijde van het koorhek van de Noorderkerk. Een steen met de tekst “Wilt Hoere het Woort”, waarschijnlijk uit het eind van het eerste kwart van de zeventiende eeuw, sierde de gevel van een voormalig pand aan Breed 3. Dankzij een schenking van J. van Petten in 1893 is deze steen te zien in het Westfries Museum.

 


Oosterkerk, ingangspartij